DOCTOR IN THEOLOGIE EN RELIGIESTUDIES
Het doctoraat in de Theologie en Religiestudies spitst zich volledig toe op wetenschappelijk onderzoek. De kandidaat dient een gedegen onderzoeksproject in bij de Academische Raad, zijnde de hoogleraren en docenten van de faculteit. Na goedkeuring wijst de Academische Raad een promotor aan, waarna de student zijn onderzoek kan aanvangen.
De FPTR biedt een stimulerende leeromgeving en houdt daarbij rekening met de mogelijkheden en noden van de student. Vanaf het begin wordt een duidelijke route uitgestippeld alsook een tijdsplan opgesteld. Tijdens het onderzoek hebben promotor en student geregeld contact. De begeleider verbindt er zich toe methodologisch en taalkundig, maar ook op het vlak van literatuur en het gebruik van empirische onderzoeksgegevens de vinger aan de pols te houden en de promovendus daarin te ondersteunen.
Tijdens het promotieonderzoek en naarmate de resultaten vorm krijgen, zal de doctorandus worden gevraagd om seminarie bijeenkomsten te leiden of een openbare les te geven. Dit met het oog op het uitklaren van moeilijkheden en met als doel het academisch debat omtrent het onderwerp van het onderzoek aan te zwengelen en de kritische nood van een geschoold publiek te integreren tijdens de afwerkingsfase.
Eens de doctoraatsthesis klaar is, stelt de promotor in samenspraak met de Academische Raad een jury samen. Deze jury wordt voorgezeten door de decaan en telt naast de promotor twee specialisten in het betrokken onderzoeksgebied. De promotor is belast met de samenstelling van de jury. De betrokken leden nemen vervolgens de thesis door en geven opmerkingen. Eens de student de volledige tekst opnieuw redactioneel bekeken heeft en de promotor zijn fiat geeft, wordt de datum voor een openbare verdediging vastgelegd. Als dit met vrucht plaatsgreep, begint de carrière van de kersverse doctor in de Theologie en Religiestudies.
Voor het indienen van onderzoeksprojecten neemt men contact op met de decaan.